Voor we Graskop zouden verlaten, wilden we nog even in het stadje rondkijken, omdat er mooie kunstnijverheidwinkels zijn. Bovendien moesten we geld pinnen en wilden we wat water en snacks kopen voor onderweg en in het Krugerpark.
De zijdeweverij en -winkel, die ik daags tevoren al had gezien, was nu geopend en in vol bedrijf. Er wordt gesponnen, geweven en genaaid. Ze maken er prachtige sprei's en ander beddengoed, gordijnen, kussenhoezen, maar ook kleding en schitterende sjaals. De zijde wordt niet alleen van de
cocons van gekweekte, maar ook van wilde rupsen gesponnen, en zowel fijn geweven (vergelijk de Indiase zijde) als los. Geweldige kleuren. Ik heb er een prachtige sjaal gekocht en mocht wat foto's nemen.
De silkfarm bevindt zich niet ver van Graskop op weg naar Hazyview, maar de tijd om deze te bezoeken gunden we ons niet meer, omdat we niet te laat in het Krugerpark wilden aankomen.
Na onze inkopen verlieten we Graskop. Het is een prima verblijfplaats en ligt heel centraal voor allerlei bezienswaardigheden in de regio. Wie weet komen we hier nog eens terug.
Via de Kowyn Pass en door uitgestrekte eucalyptusbossen daalden we af naar de Lowveld. In Hazyview hebben we een tussenstop gemaakt bij een groot modern winkelcentrum, omdat we nog moesten pinnen (in Graskop hadden er eindeloze rijen gestaan: payday) en een kopje koffie wilden drinken. Ook hebben we daar nog geprobeerd een sim-kaart voor Zuid-Afrika te kopen. De wetgeving schijnt echter onlangs veranderd te zijn, waardoor het voor niet-ingezetenen zonder een vast adres lastig of onmogelijk is om zo'n kaart te activeren.
De weg van Hazyview naar Krugerpark is nog een heel stukje rijden en voert langs veel dorpjes. Dat betekent veel mensen op de weg, dus niet snel rijden. We hadden geen haast en deden veel nieuwe indrukken op. Bij de Kruger Gate was het niet druk, zodat we onze weg al snel konden vervolgen. Langzaam nu, want we hoopten wild te zien. Daarin werden we niet teleurgesteld. Helemaal blij waren we met onze eerste impala's, nog onwetend dat je deze altijd en overal kunt tegenkomen.
Dat doet echter niets af aan hun schoonheid en elegantie. Vervet monkeys en veel verschillende, soms heel kleurige vogels, leuk!
Maar we werden natuurlijk wel echt enthousiast toen een stel olifanten op hun dooie gemak de weg overstak. Steeds als je dacht dat de hele groep wel aan de overkant zou zijn, kwam er weer een nieuwe van rechts uit de bosjes.
Het was echter wel even schrikken toen er dichterbij van links uit het struikgewas nog een opgewonden exemplaar toeterend en zwaaiend met de oren op ons af kwam rennen. Snel in z'n achteruit afstand nemen! Een bewogen moment:
Voor het laatste stuk naar de Rhino Post verlieten we de asfaltweg (tar road). Hier en daar was het op de "dirt road" wat manouvreren om geulen en bobbels te vermijden, maar het was goed te doen met onze auto. We zouden hem echter bij de Post moeten achterlaten en voor het vervolg naar ons kamp met de safari 4WD meegaan, nog ruim een kwartier verder de bush in.
Op
Rhino Walking Safaris Post zijn de luxe lodges en ook de centrale administratie. Als je hier verblijft ga je 's ochtends en 's avonds mee met gamedrives. Vanuit het plainscamp worden vooral wandelsafari's gemaakt, afgewisseld met gamedrives, afhankelijk van de omstandigheden en de gasten. Veel gasten van Rhino kiezen voor een gecombineerd verblijf van 2 nachten lodge en 2 nachten tentenkamp. Je kunt zelfs nog een nacht naar het veldkamp.
Wij zouden 4 nachten in het tentenkamp verblijven en kwamen deze eerste dag samen met een Amerikaans stel aan. We werden welkom geheten door ranger M. en naar onze tenten gebracht met de boodschap dat we op tijd waren om deze middag na de thee met de gamedrive mee te gaan, als we ons snel installeerden. Om een uur of drie is er voorafgaand aan de avondactiviteit altijd een Engels theebuffet met een vleugje safari van allerlei hartige en zoete hapjes. We maakten kennis met de enige andere gasten, een pas getrouwd Engels stel, en bij de auto ook met J., de assistent ranger.
Overigens kun je van het landschap in de ondergaande zon alleen al genieten. We zagen zebra's en gnoes (wildebeesten), die vaak samen grazen: eerst de zebra's voor het lange gras en de gnoes erachter aan, omdat deze alleen korte grassen eten. We maakten kennis met onze eerste koedoes.
Voor de zon helemaal zou ondergaan, stopten we op een grote open plek voor een pauze. Dat gaat dan zo: op de grill zit een extra rek dat uitgeklapt wordt en als bar dienst doet. J. toverde uit zijn rugzakje blikjes met nootjes, gedroogde mango, billtong e.d. en M. kwam met de koelbox met frisdrank, bier en wijn. En daar sta je dan met elkaar te genieten onder de oranje kleurende Afrikaanse hemel!
Het donker treedt snel in en dan wordt het koud. Een fleece trui en winddicht jack en zelfs een sjaal zijn in een rijdende open auto beslist geen overbodige luxe. We kregen zelfs allemaal een fleece poncho als extra en deze deden iedere avond goed dienst.
Met schijnwerpers aan verder. Bij een van de looproads niet ver van het Rhino gebied vonden de rangers uiteindelijk een enorme kudde buffels: het zouden er honderden zijn volgens M. In ieder geval heel indrukwekkend. En het verdere zoeken werd beloond: ook een leeuwin had de kudde ontdekt en lag verderop op het wegdek te hopen dat een soortgenoot op haar roep zou afkomen om samen op jacht te gaan. Als dat al is gelukt, hebben wij het niet meer meegemaakt. M. reed heel stil tot naast haar op de weg, ze bleef rustig liggen en wij hebben haar een tijdlang geobserveerd totdat de gewaarschuwde collega's van de Post kwamen en wij weer verder gingen. Op verzoek van de rangers hebben we niet geflitst, dus geen fraaie foto's. De rust van de dieren staat bij hen hoog aangeschreven en terecht. Verderop ontwaarde M. ook nog neushoorns, maar die waren best ver van ons verwijderd. Knappe actie, maar ja, daar ben je ranger voor.
Wij hadden een geweldige dag gehad en bovendien al 4 van de Big 5 gezien: olifanten, buffels, een leeuwin en neushoorns! Die laatsten meer for the record, zo op afstand. Als toegift kregen we nog een kameleon op een boomtak vlakbij in de schijnwerpers, net zo mooi wat mij betreft.
Bij terugkomst in het kamp werden we opgewacht door het personeel en kregen we een zaklamp mee voor naar de tent, waar de olielampen brandden, want electriciteit zou er in de tenten niet zijn tijdens ons verblijf. Het was soms wat behelpen, maar we vonden het er ook wel bij horen, beetje avontuurlijk.
Er had zich trouwens een klein ongemak voorgedaan: de waterpomp van het kamp had het begeven. Dat betekende dat we ons moesten behelpen met de grote flessen water die waren klaargezet. Een beetje opgefrist schoven we bij het kampvuur aan voordat we met elkaar aan tafel gingen. Daar bood M. ons de gelegenheid om naar het veldkamp te rijden om daar van de douches en toiletgelegenheid gebruik te maken.
Dat is dan wel een veldkamp waar je (op hoge vlonders) onder de blote hemel kunt slapen, maar dan wel met comfort!
We sloten ons bij de meerderheid aan en zo zagen we het veldkamp ook nog even, maar meer nog: een hyena en op de terugweg een jonge (ca. 15 jaar) mannetjesolifant die op ons af kwam lopen op het weggetje naar het kamp. Het zijn dikwijls de jonge mannetjes die je solitair tegenkomt. Op deze leeftijd worden ze uit de kudde verstoten om hun eigen leven te gaan inrichten. Dan zijn ze gevaarlijk. Maar M. wachtte zijn komst rustig af en gaf toen een flinke brul met de motor. Wij vertrouwden maar op onze ranger en terecht: het maakte voldoende indruk om de jongeman van de weg af te bewegen, zodat we weer vooruit konden. Alsof het niet op kon, kruiste ons pad opnieuw een serval en een paar zwijnen.
Veel beleefd dus en daarna heerlijk geslapen in uitstekende bedden. De volgende ochtend zouden we om half 6 gewekt worden door J.
Schedels van neushoorns naast het terras in het Rhinokamp. Zonder hoorns. Deze worden verwijderd, omdat ze anders in korte tijd zouden vergaan. De hoorns zijn nl. niet van botmateriaal, zoals wij dachten, maar van haar.