Evenals in Foresters Arms werden we hier rond 8 uur gewekt met een kopje thee, dat op het terras werd klaar gezet. Het lijkt allemaal eenvoudig: zo'n tenthut, waar je 's avonds het licht moet hebben van parafine lampen (inmiddels hier in Kosi wel beperkte stroom voor enkele ledlampjes plus de mogelijkheid om je accu's op te laden) en fakkels buiten, midden in de bossen gelegen, maar het is allemaal uitstekend verzorgd en pure verwennerij! Na het ontbijt maakten we kennis met G., die ons voor een boottocht op de meren zou meenemen. Omdat de overige gasten andere activiteiten zouden ondernemen, hadden we G. en de boot de hele dag voor ons alleen. Dat is toch luxe.
begroeid met grassen en hier en daar wat bomen reden we tot aan een bosrand.Vandaar ging het te voet verder, terwijl G. van alles over de omgeving, de bomen en dieren vertelde, eerst door een stuk bos,
weer afgewisseld met een grasvlakte en toen, tot onze verrassing, liepen we ineens in de wetlands en in wat G. de "natte bossen" (wet forests) of moerasbossen noemde.
Nu was de bodem vrij droog tot vochtig, maar voor nattere tijden was er een pad gemaakt van palmschors. Door de natte bodem groeien de raffiapalmen zo hoog en dankzij deze bomen is dit het leefgebied van de "palmnut vulture". Deze gier leeft in tegenstelling tot soortgenoten niet van vlees, maar voornamelijk van de vruchten van de palmboom. Veel vogelaars komen dan ook speciaal voor deze gier en Pell's fishing owl.
Na een kwartiertje of zo lopen, waarbij G. ons allerlei nijlpaardenpaden aanwees, bereikten we de boot en we waren nog maar nauwelijks op weg of we ontmoetten de eerste nijlpaarden in levende lijve; toch een andere ervaring zo op het water dan vanaf de wal, zoals in het Krugerpark.
We maakten deze dag kennis met twee van de vier meren, die hier, gescheiden door beboste duinen, achter de oceaan liggen. Lake 1, 2, 3 en 4, zoals G. ze consequent noemde, zijn achtereenvolgens met elkaar verbonden door natuurlijke kanalen, waardoor de getijden van het eerste tot in het derde meer doorwerken, zodat het derde meer nog wat zout bevat. Het vierde wordt gevoed door vers zoet water. Het is een uniek ecosysteem, dat deel uitmaakt van het beschermd werelderfgoed gebied Isimangaliso Wetland Park.
De boottocht begon op Lake 3, het grootste meer.
Het was enigszins bewolkt weer, maar daardoor was het niet zo schitterend licht en dat vonden we wel prettig. Prima temperatuur en lekker windje. We zagen al snel visarenden in de bomen
en op het meer twee verschillende soorten aalscholvers: de zwarte Cape Cormorant en de White breasted cormorant:
en op het meer twee verschillende soorten aalscholvers: de zwarte Cape Cormorant en de White breasted cormorant:
doorgang naar het 2e meer |
aan het eind van het kanaal en het 2e meer veel visfuiken. |
Uitkijkpunt voor Little heron, reigertje. |
In de kanalen en meren zijn op vele plaatsen fuiken te vinden, die nog op de traditionele wijze worden gemaakt. Al naar gelang de mankracht zijn er ongeveer 3 weken voor nodig om de fuiken te prepareren en te plaatsen; na ongeveer 6 maanden zijn ze zodanig aangetast door het zoute water dat ze niet meer bruikbaar zijn. De fuiken staan in de richting van het 3e meer. De vis komt vanuit zee door het eerste meer om op te zwemmen naar het 4e zoetwater-meer om daar kuit te schieten en hun eitjes af te zetten. Het vierde meer is dan ook beschermd: vissen en motorboten verboden.
terug naar het meer 3
pied kingfisher, een veel geziene ijsvogel
en al weer :
Uiteindelijk stuurde G. op de kant aan en gingen we aan wal met de picknickspullen. Het was hier een waar vogelfestijn, een lust voor oog en oor, maar wel zo warm dat we besloten naar het strand te lopen. Op een aardige camping, die hier in het bos lag, konden we van het toilet gebruik maken. In het duin voor het strand vonden we een heerlijk schaduwplekje en daar spreidde G. op een groot laken zijn koelboxgeheimen uit. Kip en koele pastasalade, kazen, brood, fruit en andere heerlijkheden, meer dan we op konden.
Daarna waren we een uurtje vrij om van het strand en de prachtige oceaan te genieten.
Alsof we de enigen waren.
Na deze rustpauze nam G. ons nog mee door het kanaal naar Meer 4, maar daar mag je met een motorboot niet komen, dus vandaar nam de terugtocht een aanvang.
.
We zijn daar dan in zoet water: waterlelies. Dit is een paarse, er zijn ook witte en blauwe.
De boot opruimen, door het palmbos terug: we hadden een geweldige dag gehad en veel geleerd over het merensysteem.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten