Evenals gisterenavond bij het diner, waren we nu de enigen in het restaurant bij het ontbijt. De workshopgroep was de vorige dag vertrokken en het was stil in het kamp. Om half negen reden we weg naar ons laatste vakantie-adres: Didima Camp, iets noordelijker in de Drakensbergen bij Cathedral Peak. Er is geen rechtstreekse weg door de bergen en volgens onze routebeschrijving moesten we terug naar Mooi Rivier. Toen we bij het verlaten van Giant's Castle bij de gate informeerden naar de conditie van de rechtstreekse weg naar Eastcourt, bevestigde de ranger dat dat een goede weg was en gaf zelfs een routekaartje mee. We hadden geen spijt van deze keuze. Wij vinden het nooit zo leuk om twee keer dezelfde (slechte!) weg te rijden. Deze weg was prima te rijden en bood weer een ander beeld van de omgeving.
Onderweg passeerden we verschillende dorpjes. Deze taferelen van sjouwende vrouwen langs de weg waren inmiddels vertrouwd. De eerste foto is vanuit de rijdende auto, maar ze hadden er geen bezwaar tegen dat we een foto van hen maakten, waarbij ze wel op hun maag wezen. Inderdaad: ze kopen er geen brood van als wij met onze plaatjes thuiskomen. Een kleine vergoeding is dan op zijn plaats.
Van Eastcourt reden we via Loskop naar Winterton. In tegenstelling tot het vorige traject, waar we voornamelijk "zwarte" dorpjes en bewoning hadden gezien met alle kenmerken van dien, werd deze streek weer gekenmerkt door uitgestrekte landbouw- en veeteeltgebieden, omheind met prikkeldraad. Een snelle foto van mensen in een mais(?)veld, die daar vermoedelijk de restanten van de oogst bij elkaar zochten.
Brede lanen met bomen en villa's aan weerskanten was het eerste wat we zagen van Winterton. In het centrum van het zo keurig ogende stadje vonden we een restaurant voor een kop koffie en een toilet. Nog nauwelijks stonden we stil op de parkeerplaats of we werden "belaagd" door een paar mannen die de auto wilden wassen. Ze begonnen er ook maar meteen aan voor we nee konden zeggen en hebben hem werkelijk spic en span gepoetst, terwijl wij op het terras met een kopje koffie de handel en wandel in Winterton zaten te bekijken. We betaalden 30R voor de wasbeurt en gingen nog even een boodschapje doen. De man poetste opgewekt en onverdroten door. Die auto kan niet glimmender uit de fabriek zijn gekomen, dan hij nu was.
Er worden hier blijkbaar gerbera's geteeld. Deze mannen probeerden ze her en der bij de winkels te slijten. Voor het eerst (en laatst) trouwens, dat we mannen spullen op hun hoofd hebben zien dragen. Verderop in de straat vonden we een internetcafé, waar we een berichtje naar de familie thuis konden sturen. Daags tevoren hadden we van MJ gehoord dat er in Libië een vliegtuig uit Johannesburg was neergestort, waarbij veel Nederlanders waren omgekomen. Niet iedereen kende ons exacte reisprogramma, dus we vonden het wel fijn om even een teken van leven te kunnen laten horen. In Giant's Castle was geen internet en we wisten niet hoe dat in Didima zou zijn. Na deze pauze gingen we weer op weg: de bergen in.
De streek en de bebouwing zien er hier over het algemeen goed verzorgd uit. Ook aan de kleding van de mensen was geen bittere armoede af te lezen. Misschien is er voldoende werk in deze omgeving om redelijk in het levensonderhoud te voorzien. Dat hopen we dan toch.
Voor een kleine vergoeding wilde deze prachtige mevrouw wel voor ons poseren. Als uit hout gesneden stond ze daar in al haar kleurigheid.
Zelfs als de huizen van steen zijn en er redelijk goed uitzien, wil dat natuurlijk niet zeggen dat er dan ook meteen stromend water, sanitair en electra is. Vaak zagen we in dorpen een gezamenlijk tappunt langs de weg, waar men het water haalt, en ook het wassen in de rivier en zelfs daar water halen, is beslist geen uitzondering. In de dorpen zagen we meestal wel palen met stroomdraden.
Kinderen, ook als ze wat ouder zijn dan deze deze kleintjes op nummer 24, zwaaiden dikwijls spontaan als we onderweg passeerden. Ook kinderen of studenten bij scholencomplexen begonnen vaak massaal te zwaaien als we langsreden. Niet alleen hier, maar bijna overal waar we waren.
In sommige streken zoals Swaziland en Maputaland groetten ook vele volwassenen, langs de weg of in dorpen waar we doorheen reden. Hier gebeurde dat niet. Mensen keken naar ons, maar daar bleef het bij. In de Drakensbergen, zo vlak langs de grens van Lesotho, worden afgelegen boerderijen bedreigd en daadwerkelijk overvallen, soms met brand en doodslag. De nachtwacht in Giants' Castle Camp liep met zware geweren en pistolen. We hebben ons beslist niet onveilig gevoeld, maar we hadden ook niet de behoefte om uit eigen beweging een potje populair te doen of, zeker in de buurt van groepen jonge mannen, al te nadrukkelijk met fotocamera's rond te zwaaien. Het voelt hoe dan ook niet goed om nadrukkelijk met je eigen luxe te showen.
De Drakensbergen bij Cathedral Peak kan ik eigenlijk alleen in superlatieven beschrijven. Je gaat er vanuit je dak of je wordt er helemaal stil van, maar het is hier fantastisch mooi.
Didima Camp ligt op de foto net boven de bomenrij tegen de onderste heuvel, een heel mooi aangelegd park op een prachtige locatie. We waren ook helemaal verrukt over ons huisje en het fantastische uitzicht.
De huisjes, het gebouw van receptie en restaurant plus bedrijfsruimten zijn allemaal in dezelfde stijl
en wel heel apart gebouwd. De rieten daken van de huisjes reiken aan drie zijden tot op de grond en van het restaurant als een overkapping over het terras. Daar hebben we een frisse salade als lunch genuttigd.
Na de lunch gingen we eerst even op fotojacht voordat het middagdutjestijd was. Dankzij de vele en gevarieerde beplanting plus de vele waterreservoirs en fonteintjes is dit park een waar vogelparadijs.
Geen vogel, maar een prachtige sprinkhaan, die we veelvuldig zagen rondvliegen. De vleugels worden opgevouwen als een soort harmonica. Als ze eenmaal de vleugels dichtgeklapt hebben, kun je ze op de grond nauwelijks onderscheiden.
Toen ik een poosje later op ons terrasje een boek zat te lezen, werd mijn aandacht getrokken door een beweging in de hoge grassen voor ons: een baviaan. Na verloop van tijd kwam hij door het gras naar de huisjes en zag na wat rondscharrelen ineens iets van z'n gading. Het was zo'n sprinkhaan. Deze liet zich niet zomaar verschalken en vloog op. De baviaan sprong erachteraan en maakte rare capriolen om het insect te vangen. Zo grappig. Daarna kregen we nog een privéshow vlak voor ons neus op ons terras, totdat hij er genoeg van kreeg en verderop zijn heil ging zoeken.
De rest van de middag hebben we ons uitstekend vermaakt met voornamelijk vogelfotograferen in het park.
Er zijn hier verschillende soorten sunbirds, die zich vooral tegoed doen aan de bloemen van de aloë's.
Amethyst (Black) Sunbird (Afrikaans: Swartsuikerbekkie.) Hij lijkt bijna helemaal zwart, maar in een andere positie en met het juiste licht valt onmiddellijk het metalige lilapaars aan de keel op, evenals de groene glans op zijn kop.
Hadeda Ibis
Voor zover ik weet is dit de Greater Double-collared Sunbird (Groot-rooibandsuikerbekkie), mannetje links, vrouwtje rechts. Ik dacht eerst dat het verschillende soorten waren, maar de mannetjes en vrouwtjes verschillen veel van elkaar. Dat geldt ook voor de zwarte suikerbekkie.
Onder: Cape sunbird (m. bruine borst)
Even na vieren begon de zon achter de bergtoppen te verdwijnen. Ongeëvenaard lichtspel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten